Zilvermeeuw (met recept)

De zilvermeeuw (Larus argentatus) is een grote meeuwensoort met een spanwijdte die kan oplopen tot wel 155 centimeter. De lengte van kop tot staart kan 65 centimeter zijn, terwijl zijn gewicht kan uitkomen op anderhalve kilo. Het vrouwtje is in het algemeen wat kleiner dan het mannetje.
De vleugels van volwassen zilvermeeuwen zijn aan de bovenzijde blauwgrijs, eindigend in zwart. De onderzijde en kop zijn wit van kleur. Die kleurstelling maakt ze vrijwel onzichtbaar voor hun prooien. De poten zijn gewoonlijk roze, maar een gele kleur is ook mogelijk en biologen noemen dat dan het 'omissus type'. De snavel is geel met een rode vlek. Tot slot zijn de beide ogen omringd door een stukje gele huid. Iedereen kent wel de bijna uitdagend klinkende lach van de zilvermeeuw.

Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Larus, is afkomsitg van het oud-Griekse woord laros (λάρος). De oorsprong is verder onzeker, maar is misschien verwant aan het Latijnse lamentum, wat 'jammeren' of 'weeklagen' betekent. Het kan de roep van de meeuwen beschrijven. Het tweede deel, argentatus, is van Latijnse herkomst, waar argentus 'zilver' betekent en argentatus zoiets als 'bedekt met zilver'.

Net als alle andere meeuwensoorten is de zilvermeeuw een opportunistische en intelligente alleseter. Hij kan zijn voedsel in afvalhopen of afvalbakken vinden, maar is ook slim genoeg om eetwaren uit de handen van mensen te pikken. De meeuwen kunnen dagelijks grote afstanden afleggen als ze eenmaal begrepen hebben waar het voedsel het eenvoudigst te bemachtigen is. Ze volgens vissersboten in de hoop dat er ondermaatse vis overboord moet worden gegooid en ze volgen ploegende boeren in de hoop dat er insecten boven de grond gehaald worden. Ook hebben ze zichzelf geleerd om op de grond te 'dansen'. Ze veroorzaken daarmee trillingen, waardoor wormen en andere insecten naar boven worden gelokt. Hoewel het een kustbewoner is bestaat zijn dieet, vreemd genoeg, nauwelijks uit vis.

De zilvermeeuw is in staat om zilt zeewater te drinken. De vogels hebben speciale klieren boven de ogen die het zout uit het lichaam verwijderen via de neusgaten. Toch, indien hij de keus heeft, houdt hij meer van zoet water.

Als echte kustbewoner komt de zilvermeeuw in het hele Waddengebied veel voor. Hij deelt daar zijn domein met een aantal andere meeuwensoorten.

Recept zilvermeeuw
[Zilvermeeuwenborst met rode wijnsaus]
Het vlees van een ongeprepareerde zilvermeeuw zal smaken naar (lever)traan en is dus vrijwel oneetbaar. Zelfs in de Hongerwinter van 1944 van de Tweede Wereldoorlog was het eten van zilvermeeuwen bijna niet te doen.

Jan Wolkers beschreef ooit zijn recept voor het bereiden van een meeuw: ‘Doe de meeuw in een pan met een baksteen; bedek met water en zet op het vuur. Als de baksteen gaar is gooi je de meeuw weg.’

Toch is het mogelijk om een zilvermeeuw eetbaar te krijgen.

Bereiding
- Ontdoe het dode dier van de veren, ingewanden, snavel en poten (dan blijkt dat er maar bitter weinig vlees zal overblijven).
- Week de vogels acht uur lang in zout water. Dan zal de vissige smaak voor het grootste deel zijn verdwenen.
- Bak de meeuw precies zoals je ook een duif of kip zou bereiden.

2 comments:

  1. Leuk artikel. Op internet zie het recept van Wolkers vaak genoemd. Kunnen jullie zeggen in welke publicatie/interview het oorspronkelijke recept staat? Of schrijft iedereen maar wat over?

    ReplyDelete
  2. Het is een oeroud recept dat nog steeds circuleert binnen enkele families die van oudsher op de Waddeneilanden woonen. Voordat toeristen daar welvaart brachten was het leven daar op z'n minst lastig te noemen. In tijden van extreme schaarste was men soms gedwongen meeuwen te eten.

    ReplyDelete